Geschiedenis Afdeling Noord-Brabant
Op 15 april 1972 werd het Gilde van Vrijwillige Molenaars officieel opgericht, na vijf jaar als groep van vrijwilligers en instructeurs te hebben gefunctioneerd. De begintijd van het GVM is uitgebreid beschreven in het jubileumboek ‘Molens moeten draaien’.
De afdelingen ontstonden eigenlijk op het moment dat het nodig werd om ‘proefexamens’ (nu: ‘toelatingsexamens’) tehouden. Vòòr 2 april 1981 was de contactpersoon van Noord-Brabant Oost Jan Wengelaar en Noord-Brabant West Dirk de Ruiter.
Op 2 april 1981 is er een schrijven van het Gildebestuur waarin positief werd gereageerd op het formeren van een contactcommissie Noord-Brabant. De commissie bestond destijds uit de volgende personen:
Jan van Woezik, Gerard Sturkenboom, Theo van Bergen, Bennie Verbruggen en Nol Naaijkens. Tevens sprak de contactcommissie i.o. haar vrees uit voor isolering van Noord-Limburg en namen in overweging dit aan hun werkterrein toe te voegen. Maar ook richting het westen in Brabant de grens naar Hilvarenbeek te verleggen.
In een brief van 16 juni 1981 aan het Gildebestuur werd medegedeeld dat unaniem gekozen is voor de taakverdeling:
Voorzitter Jan van Woezik, Penningmeester Nol Naaijkens, Secretaris Gerard Sturkenboom, Leden:Theo van Bergen en Bennie Verbruggen. Tevens het verzoek voor herindeling van de grenzen, er is daar contact over geweest met G.M.W. Fijen van de contactcommissie i.o. Limburg en Dirk de Ruiter vertegenwoordiger van Noord-Brabant West.
Op 6 november 1981 schrijft de contactcommissie het volgende: er is in overleg met Limburg (dhr. Fijen) en onze voorzitter (Jan van Woezik) besloten de provinciegrens te handhaven als grens tussen de districten. Tevens is er gesproken met contactpersoon Noord-Brabant West,
Dirk de Ruiter, over verdere samenwerking. Samen zijn zij tot overeenstemming gekomen over de indeling district Noord-Brabant Oost als volgt: Midden-Brabant, Noordoost- Brabant en Zuidoost-Brabant. De grens voor Noord-Brabant West loopt van Land van Heusden en Altena, west van Tilburg tot grens met Zeeland. In reactie schrijft het hoofdbestuur op 15 december 198, dat Wijk en Aalburg tot Noord-Brabant West behoort en gaat verder akkoord met de indeling.
Op 9 oktober 1982 werd de eerste "Brabantse Molendag" georganiseerd. Het was niet de bedoeling om die Molendag jaarlijks te organiseren, maar bedoeld als initiatief om in andere provincies navolging te krijgen om zelf ook rond te kunnen gaan kijken.
In 1985 worden de theorielessen gestructureerd, dit aan de hand van een voorbeeld van de contactcommissie Gelderland.
Een van de speerpunten was de molenbiotoop, er werden biotoopwachters (vrijwillig) aangesteld in de gemeenten. Zij controleerden de bestemmingsplannen in de gemeenten en rapporteerden dit aan Evert Smit, inderdaad, die van de Biotoop Prijs!
Helaas beschikken we niet over oudere documenten van Noord-Brabant West om een nog completer beeld te kunnen schetsen van de Afdeling Noord- Brabant.
Zowel de vergaderingen als de theorielessen werden destijds op verschillende locaties op de molens gehouden in Oss, Oeffelt, Oisterwijk, Hilvarenbeek en Eindhoven in het Karregat. In oude notulen spreekt men vanaf 1988 pas van de Afdeling Noord-Brabant. De afdeling Noord-Brabant heeft een aantal karakteristieke items ter ondersteuning van de opleiding weten te bewerkstelligen, zoals de organisatie van theorielessen, de fietstochten in het voor jaar, de Brabants-Vlaamse Molenaars Contactdag, instructeursbijeenkomsten, excursie Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem.
Verder hebben zijn er uit de afdeling Noord-Brabantse, molenaars geweest die functies hebben bekleed (en nog) in de organisatie van het Gilde van Molenaars en De Hollandsche Molen.
(Bronnen: oude vergadernotulen)